Avis laat ons de volgende morgen een half uur wachten voor de huurauto wordt afgeleverd, een witte Nissan Primera. We willen eerst naar de Kanaalzone om schepen door de Miraflora sluizen te zien gaan. Onderweg maak ik een verboden manoeuvre om op de goeie weg te komen en worden we aangehouden door een verdekt opgestelde politieagent. We spelen de toerist die de weg kwijt is (wat ook zo is), maar hij wil direct mijn rijbewijs. Even paniek, want mijn portefeuille zit niet in het juiste vak van mijn tas. We worden naar een parkeerhaven gedirigeerd en gelukkig vind ik daar snel mijn rijbewijs. De agent toont zich behulpzaam en legt uit hoe we moeten rijden, maakt zelfs een tekeningetje voor ons. Hij spreekt geen woord Engels, maar gelukkig kan Nina zich na twee maanden Argentinië uitstekend verstaanbaar maken in het Spaans. Als we hem omstandig bedanken, murmelt hij wat over een Coca Cola voor hem, we begrijpen hem aanvankelijk niet, maar hij wil geld. Ik heb niet kleiner dan $20 en dat vindt hij helemaal niet erg. Snel frommelt hij het biljet in zijn pet en zwaait ons vriendelijk uit. Zo werkt dus corruptie.
De sluizen van Miraflor zijn indrukwekkend, zeker als je bedenkt dat dit complex honderd jaar geleden gebouwd werd en er sindsdien niet veel aan veranderd is. Het kanaal is 80 kilometer lang en de gemiddelde prijs die voor een vrachtschip wordt betaald voor de doortocht is $30.000. Overal ter wereld wordt bij de bouw van zeeschepen rekening gehouden met de afmetingen van het kanaal, een maat die wordt aangeduid als Panamax. Voor dergelijke schepen is er aan beide zijkanten maar 60 cm ruimte. We treffen het, want net nadat we aankomen gaat een schip met de maximale afmetingen, de Valdiva uit Valparaiso, door de sluizen en zijn we getuige van het hele proces. Overigens zijn er plannen om het kanaal en de sluizen veel groter te maken, zodat container schepen met maximaal 10.000 containers het kanaal kunnen passeren. (nu is dat maximum 4000 containers).
Inmiddels is de lucht betrokken en het begint te regenen, dat is pech want we hadden gedacht de rest van de dag in een botanische tuin annex dierentuin door te brengen en daarna te gaan wandelen in het regenwoud. De dierentuin kunnen we aanvankelijk niet vinden en de regen veranderd in een tropische stortbui. We besluiten dan maar de weg te volgen naar Colon, aan de Caribische kant van het Panama kanaal, tachtig kilometer verderop. Misschien is het daar beter weer. Na een paar kilometer verandert de aanvankelijk goeie asfaltweg in een modderpoel en de omgeving ziet er ook beduidend minder florissant uit, eigenlijk een beetje spooky. Als Nina vervolgens uit de Lonely Planet voorleest: “Colon is a dangerous slum. Violent crime is a serious problem, even during daytime” en de regen met bakken uit de lucht komt, besluiten we terug te keren naar Panama Stad. Nadat we wat gegeten hebben op de “Causeway”, een paar eilandjes die met een dijk met het vaste land verbonden zijn, ondernemen we een tweede poging om de dierentuin te vinden. Dat lukt ditmaal, maar als we er aankomen regent het weer en besluiten ze net om de boel maar te sluiten. Dat is maar goed ook, want niks is mistroostiger dan een dierentuin in de regen. Het wordt niks meer vandaag. Op de terugweg ligt er een gigantische boom over de weg op een plek waar we een kwartier daarvoor langskwamen en als we de stad binnenrijden moeten we een plas door die bijna één meter diep is. Ik moet mijn constatering dat Panama een moderne stad is bijstellen, dat geldt maar voor een klein stukje, daarbuiten is het een ongeorganiseerde gribus, waar je de autodeuren op slot doet. Wat de natuur betreft een hele mooie gribus, maar ik moet er niet aan denken dat we ergens een lekke band hadden gekregen. De auto is als we hem inleveren in ieder geval niet meer wit.
Morgen is het voorbij, dan vliegen we terug naar Amsterdam. Dat wordt afkicken. Een ding scheelt, ik hoef die steeds wisselende kamernummers niet meer te onthouden.