Het orkest wist gisterenavond van geen ophouden en de slaappilletjes werkten ook minder goed, vandaar dat we vanmorgen om 9 uur wakker gebeld worden door de taxichauffeur, waarmee we op dat tijdstip hebben afgesproken.
Een half uur later staan we voor het hotel en laten onze ogen wennen aan het felle zondagmorgenlicht. De wegen rondom het grote plein zijn afgesloten en de chauffeur meldt dat hij het ook niet kan helpen, maar dat we eerst een stukje moeten lopen om bij zijn taxi te komen, omdat uitgerekend vandaag de marathon van Mexico Stad hier finisht. Het “stukje” is wel een paar kilometer, maar er is volop gedoe, want de eerste lopers komen in zicht en worden door de menigte luidkeels toegejuicht. Bij Starbucks pikken we koffie met croissants op, die we later in de auto nuttigen.
Het is bijna 50 kilometer naar de oude stad van de Teotihuacán, een naam die zo moeilijk is te onthouden dat ik nu begrijp dat iedereen het altijd over Maya’s en Azteken heeft. Ook volkeren van het oude Mexico, maar toch anders. Al snel gaat de relatief nette binnenstad over in oudere, meer vervallen huizen, die weer overgaan in troosteloze sloppenwijken, die zich tientallen kilometers ver uitstrekken. De cultuur van de Teotihuacán staat bekend als een van de meest indrukwekkende van het oude Mexico, ontstaan in de derde eeuw en om onduidelijke redenen, mogelijk interne twisten, ondergegaan omstreeks 750. Er zijn twee piramides, die van de zon en die van de maan, enorme stenen klonten, voorzien van trappen en dus te beklimmen. Dat is geen kleinigheidje (225 meter), maar het uitzicht bovenop geeft een indrukwekkend beeld van de overblijfselen van de stadsstaat, die ooit 200.000 inwoners geteld moet hebben. Vandaag is het er druk, want Mexicanen hebben op zondag vrij toegang tot musea. We lopen over de 2 kilometer lange boulevard, de “Laan van de doden” (omdat de gebouwen er langs waarschijnlijk graven waren) die de twee piramides verbindt en bezoeken een klein museum, dat een indruk geeft hoe er in die tijd werd geleefd. Maar het magische gevoel dat we eerder hadden bij de opgravingen in Petra en in Baalbek, overvalt ons hier niet. Ik denk dat we verzadigd raken, Al bijna 5 weken lang krijgen we elke dag nieuwe indrukken te verwerken. Het is heet, de zon brandt en we besluiten na anderhalf uur wat verkoeling te zoeken. Een horde opdringerige jongetjes probeert ons mee te krijgen, zo irritant, dat we besluiten de andere kant op te gaan, waar Nina zegt een uitspanning gezien te hebben. Ik zie in geen velden of wegen iets dat daar ook maar enigszins op lijkt, maar vetrouw toch maar weer op haar oriëntatievermogen, wat ook dit keer feilloos blijkt te werken. We drinken een colaatje, Nina raakt weer met iemand aan de praat en moet aan een zenuwachtig meisje uitleggen wat “As long as you love me” betekent (het blijft vaag waarom ze dat wil weten). Het wordt gezellig en even later worden we uitgenodigd aan de keukentafel en krijgen een uitstekende Mexicaanse lunch geserveerd, met krokant gebakken varkenshuid, pannenkoekjes, soep, kip, rijst en heerlijke sausjes.
We gaan terug naar de stad, het weer is omgeslagen, het is nu bewolkt, windstil en drukkend. De horizon onttrekt zich langzamerhand aan het zicht. Dit is dus de beruchte smog, waar Mexico Stad (ook) bekend om is. Op de straten en pleinen bevinden zich drommen mensen, er zijn markten en overal is muziek. Het is zondag, iedereen is vrij en die 22 miljoen mensen moeten ergens naar toe. Bij de stoplichten worden kranten verkocht, ruiten gewassen, maar ook acrobatische toeren uitgehaald, allemaal voor een paar pesos.
We laten ons afzetten bij het “Palacio de Bellas Artes”, het gebouw is spectaculairder dan de inhoud. Mij spreken alleen de muurschilderingen aan, onder andere van Diego Rivera, maar Nina neemt de tijd om het hele museum aan een grondige inspectie te onderwerpen. We lopen nog wat door de drukke straten, drinken een biertje op een terras, hoog boven het grote plein en zijn daar getuige van het neerhalen van de enorme vlag midden op het plein, wat gepaard gaat met ceremonieel en muziek. We eten (alweer en te veel) bij “Café Tacuba” en besluiten het morgen kalm aan te doen, eerst maar eens lekker uitslapen. Als ik me uitkleed komen de vellen van mijn rug, ik ben in Yap blijkbaar erger verbrand dan ik dacht. Dan ontdek ik dat ik nog een ongelezen boek bij me heb: “In het spoor van Hemingway” van Michael Palin. Tevreden duik ik in bed. Vanavond is er geen bruiloft.